restschadeclaim
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: restschadeclaim (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɛstsxadəˌklem / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- rest·scha·de·claim
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | restschadeclaim | restschadeclaims |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de restschadeclaim m
- (juridisch) aanspraak op vergoeding van de blijvende nog niet gecompenseerde schade
- ▸ Deelt u de indruk dat op dit moment de grootste discussie («pijn») rond de afhandeling van politiepersoneel met posttraumatische stressstoornisschade bij de vaststelling van restschade zit? Hoeveel rechtszaken zijn er sinds 1 januari 2018 door of tegen het korps op dit punt gevoerd en in hoeveel van die zaken heeft het korps van de rechter gelijk gekregen? Lopen er nog restschade-rechtszaken tussen de (voormalige) verzekeraar en individuele politiemensen die dateren van voordat het korps per 1 januari 2018 zélf de afhandeling van restschadeclaims ter hand nam?[1]
Gangbaarheid
- Het woord restschadeclaim staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Aanhangsel van de Handelingen” (24-04-2020)
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 15
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstellende samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal