rent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rent

Werkwoord

vervoeging van
rennen

rent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rennen
    • Jij rent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rennen
    • Hij rent. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van rennen
    • Rent! 
vervoeging van
renten

rent

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van renten
  2. gebiedende wijs van renten


Deens

Woordafbreking
  • rent

Bijvoeglijk naamwoord

rent, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van ren


Engels

Uitspraak
vervoeging
onbepaalde wijs to  rent 
he/she/it  rents 
verleden tijd  rented 
voltooid
deelwoord
 rented 
onvoltooid
deelwoord
 renting 
gebiedende wijs  rent 

Werkwoord

rent

  1. huren


Noors

Woordafbreking
  • rent
Naar frequentie 1324

Bijvoeglijk naamwoord

rent, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van ren
Schrijfwijzen

Werkwoord

rent

  1. voltooid deelwoord van renne
Afgeleide begrippen
  • rent bort