reisbagage

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reis·ba·ga·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reisbagage
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de reisbagagev

  1. dingen die je meeneemt op een reis
     Ondanks zijn compacte afmetingen voelt de Volkswagen e-Up heel volwassen aan. De portieren ploffen met een solide geluid dicht en het veercomfort is niet onverdienstelijk. Met drie personen en hun reisbagage aan boord voel je op slecht wegdek wel dat het maximaal toelaatbare gewicht binnen handbereik ligt. Zeker onder deze omstandigheden voelt de Volkswagen e-Up in bochten nogal zwaar aan. Niet zo gek, als je bedenkt dat hij zo’n 300 kilogram zwaarder is dan de benzinevariant.[2]
     Een tegenvaller is het ontbreken van een radiografische contactsleutel: de sleutel in een contactslot steken kan echt niet in een auto van deze prijs. De bagageruimte is met 281 liter niet heel groot, maar de wekelijkse boodschappen of compacte reisbagage passen er in. Het kofferdeksel is onverwacht zwaar en biedt een beperkte laadopening.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 oktober 2022 Weblink bron
    Gert Wegman
    “Volkswagen e-Up maakt elektrisch rijden ietsje betaalbaarder” (24-11-2019), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 13 oktober 2022 Weblink bron
    Niek Schenk
    “Test VW T-Roc Cabrio: unieke open auto voor het hele gezin” (04-08-2022), Tubantia