regisseert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: regisseert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- re·gis·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
regisseren |
regisseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van regisseren
- Jij regisseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van regisseren
- Hij regisseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van regisseren
- Regisseert!