regen aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·gen aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanrijgen

regen aan

  1. meervoud verleden tijd van aanrijgen
    • Wij regen aan. 
    • Jullie regen aan. 
    • Zij regen aan. 


Gangbaarheid