recursief

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·cur·sief
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen recursief recursiever recursiefst
verbogen recursieve recursievere recursiefste
partitief recursiefs recursievers -

Bijvoeglijk naamwoord

recursief

  1. (wiskunde) (elektrotechniek) (van een constructie:) optredend of gedefinieerd als onderdeel van zichzelf (direct of indirect)
    • bij een digitaal recursief filter is het uitgangssignaal niet alleen afhankelijk van een aantal ingangssignaalwaarden maar ook van een aantal voorafgaande uitgangssignaalwaarden 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

73 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be