radiotoren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: radiotoren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ra·dio·to·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van radio en toren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | radiotoren | radiotorens |
verkleinwoord | radiotorentje | radiotorentjes |
Zelfstandig naamwoord
de radiotoren m
- (techniek), (bouwkunde) een hoge ondersteuningsconstructie die een radiozendantenne draagt
- Een vrijstaande betonnen radiotoren waarop de eigenlijke zendantennes zijn geplaatst.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. hoge ondersteuningsconstructie voor radiozendantennes
Gangbaarheid
- Het woord 'radiotoren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.