radicaliseren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ra·di·ca·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse radicaliser (met het achtervoegsel -alis) met het achtervoegsel -iseren [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
radicaliseren |
radicaliseerde |
geradicaliseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
radicaliseren [2]
- (politiek) (religie) onovergankelijk radicaal of radicaler worden
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord radicaliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -alis in het Latijn
- Achtervoegsel -iseren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Politiek in het Nederlands
- Religie in het Nederlands
- Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal