propte vol

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • prop·te vol
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
volproppen

propte vol

  1. enkelvoud verleden tijd van volproppen
    • Ik propte vol. 
    • Jij propte vol. 
    • Hij, zij, het propte vol. 


Gangbaarheid