presten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pres·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
pressen

presten

  1. meervoud verleden tijd van pressen
    • Wij presten. 
    • Jullie presten. 
    • Zij presten. 


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • pres·ten
Naar frequentie 3260

Zelfstandig naamwoord

presten

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van prest


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • pres·ten

Zelfstandig naamwoord

presten

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van prest


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
prestar

presten

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van prestar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van prestar