predicaatsbepaling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pre·di·caats·be·pa·ling
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van predicaat en bepaling met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | predicaatsbepaling | predicaatsbepalingen |
verkleinwoord | predicaatsbepalinkje | predicaatsbepalinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de predicaatsbepaling v
- (grammatica) bepaling die iets zegt over het naamwoordelijk deel van het gezegde van een zin
Gangbaarheid
- Het woord 'predicaatsbepaling' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.