portel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- por·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | portel | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (drinken) melkachtig vocht dat uit kaas sijpelt tijdens het kaas maken
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
portelen |
portel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van portelen
- Ik portel.
- gebiedende wijs van portelen
- Portel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van portelen
- Portel je?
Gangbaarheid
- Het woord portel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "portel" herkend door:
25 % | van de Nederlanders; |
24 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.