poetste op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • poets·te op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
oppoetsen

poetste op

  1. enkelvoud verleden tijd van oppoetsen
    • Ik poetste op. 
    • Jij poetste op. 
    • Hij, zij, het poetste op. 


Gangbaarheid