pleaset

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pleaset

Werkwoord

vervoeging van
pleasen

pleaset

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pleasen
    • Jij pleaset. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pleasen
    • Hij pleaset. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pleasen
    • Pleaset! 

Gangbaarheid