plant in
Uiterlijk
- Geluid: plant in (van inplanten) (hulp, bestand)
- IPA: / ˈplɑnt ˈɪn / (2 lettergrepen)
- Geluid: plant in (van inplannen) (hulp, bestand)
- IPA: / ˈplɛnt ˈɪn / (2 lettergrepen)
- plant in
vervoeging van |
---|
inplanten |
plant (…) in
vervoeging van |
---|
inplannen |
plant (…) in
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inplannen
- Jij plant in.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inplannen
- Hij plant in.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inplannen
- Plant in!
- Het woord plant in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.