percoleert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·co·leert

Werkwoord

vervoeging van
percoleren

percoleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van percoleren
    • Jij percoleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van percoleren
    • Hij percoleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van percoleren
    • Percoleert!