pemba

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pem·ba
Woordherkomst en -opbouw
  • [1]afkorting: Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen
  • [2] uit het Surinaams - Nederlands
enkelvoud meervoud
naamwoord pemba
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

pemba

  1. (economie) (juridisch) (verouderd) Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen
     Volgens de CPB-onderzoeker heeft de Pemba-boete bij werkgevers het bewustzijn vergroot dat ze meer aan preventie tegen uitval door ziekte moeten doen. „Blijkbaar moeten werkgevers eerst geprikkeld worden. Vooral de kleinere bedrijven zijn door premieverhogingen wakker geschud. Grotere ondernemingen hadden de gevolgen van de Pemba meer zien aankomen en eerder preventieve maatregelen genomen.”[1]
     Sinds begin vorig jaar is de zogeheten Pemba-boete, de boete die bedrijven betalen als werknemers in de WAO belanden, geschrapt voor ondernemingen met minder dan 25 werknemers.[2]
  2. witte klei die men gebruikt bij wintirituelen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “CPB twijfelt over opheffen WAO-boete” (6 augustus 2004), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink Weblink bron “Afschaffing Pemba ongeldig verklaard” (2 januari 2004), Reformatorisch Dagblad