pavoiseerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pavoiseerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pa·voi·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pavoiseren |
pavoiseerde
- enkelvoud verleden tijd van pavoiseren
- Ik pavoiseerde.
- Jij pavoiseerde.
- Hij, zij, het pavoiseerde.
- Ik pavoiseerde.