partijdag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- par·tij·dag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van partij zn en dag zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | partijdag | partijdagen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de partijdag m
- een dag dat de leden van een politieke partij bij elkaar komen
- Angela Merkel heeft de vluchtelingen die de voorbije periode naar Duitsland zijn gekomen, zaterdag opgeroepen na de oorlog terug te keren naar hun eigen land. De Duitse bondskanselier zei zaterdag tijdens de landelijke partijdag van de CDU dat asielzoekers goed duidelijk moet worden gemaakt dat het gaat om een tijdelijke verblijfsstatus die ze hebben. [1]
- De door het kabinet en D66 aangezwengelde discussie over mensen die uit het leven willen stappen omdat ze het als voltooid beschouwen, doet Van der Staaij vandaag tijdens een speech op de jaarlijkse partijdag in Hoevelaken af als 'misleidende stemmingmakerij'. Hij wil in actie komen om Nederland 'tot inkeer te brengen'. [2]
Gangbaarheid
- Het woord partijdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "partijdag" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Tubantia 12-01-17, Merkel: vluchtelingen na oorlog terug
- ↑ Tubantia Hanneke Keultjes 22-04-17 SGP: Nederland tot inkeer brengen met docu over euthanasie
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be