pannenkoekenhuis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Een pannenkoekenhuis in Nieuwkuijk.
Uitspraak
Woordafbreking
  • pan·nen·koe·ken·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pannenkoekenhuis pannenkoekenhuizen
verkleinwoord pannenkoekenhuisje pannenkoekenhuisjes

Zelfstandig naamwoord

het pannenkoekenhuiso

  1. (horeca) restaurant waar hoofdzakelijk allerlei platte, ronde baksels van luchtig deeg met verschillende ingrediënten op het menu staan
    Een pannenkoekenhuizen richten zich vaak op ouders die met kinderen uit eten gaan en vestigen zich dikwijls in de buurt van bestemmingen voor een dagje uit.
     Na een dagje uitwaaien op het strand plof ik samen met een vriendin neer op het terras van een pannenkoekenhuis. Mijn pannenkoek smaakt prima, maar die van haar druipt van het vet en is weinig smaakvol.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 21 juni 2023 Weblink bron
    Tessel van Aalst
    “Tevreden” (13 juli 2015) op nrc.nl op Wikipedia