paletot

Uit WikiWoordenboek
1. korte, ruim vallende mantel


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·le·tot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord paletot paletots
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de paletotv

  1. (kleding) korte, ruim vallende mantel of overjas
    • De iets gebogen rug in de kale paletot beweegt zich langzaam weg van de hotelingang. (…) De donkergrijze, kale, maar vooral steedse winterjas beledigt het oog tussen de fantastische sweaters en skitoiletten. [3]

Gangbaarheid

6 % van de Nederlanders;
10 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
paletot paletots

Zelfstandig naamwoord

paletot

  1. (kleding) paletot


Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  paletot     le paletot     paletots     les paletots  

Zelfstandig naamwoord

paletot m

  1. (kleding) paletot
Overerving en ontlening