pak terug
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pak te·rug
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
terugpakken |
pak terug
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugpakken
- Ik pak terug.
- gebiedende wijs van terugpakken
- Pak terug!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugpakken
- Pak je terug?
Gangbaarheid
- Het woord pak terug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.