overspant
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overspant (hulp, bestand)
- IPA: / ˌovɛrˈspɑnt / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌovərˈspɑnt/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌovərˈspɑnt/
Woordafbreking
- over·spant
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overspannen |
overspant
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overspannen
- Jij overspant.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overspannen
- Hij overspant.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overspannen
- Overspant!