orkestraal

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • or·kes·traal
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen orkestraal orkestraler orkestraalst
verbogen orkestrale orkestralere orkestraalste
partitief orkestraals orkestralers -

Bijvoeglijk naamwoord

orkestraal [2]

  1. (muziek) van muziek dat het klinkt als een symfonieorkest
    • Dat maakt de gevarieerdheid van het orkest ongekend. Van subtiele klanken met korte stiltes tot Wagneriaans orkestraal. Het knalt straks uit 48 speakers. [3] 
    • ,,Het was al geniaal hoe George Martin dat gedaan heeft op die vier recorders, zo orkestraal. Heeft zijn zoon Giles het gedaan? Dus dan blijft het in de familie? Nou, dat is eigenlijk helemaal niet zo raar, want dan is het ook een eerbetoon aan zijn vader. [4] 
    • Hardwell bracht onlangs met het Metropole Orkest de track Conquerors uit. Directeur Jan Geert Vierkant van het Metropole Orkest: „Het is geweldig om met een wereldtalent als Robbert een groot publiek kennis te laten maken met diverse stijlen van dance door de jaren heen, in combinatie met het orkestrale.” [5] 

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen