oranjeborstvliegenvanger

Nederlands

Beide ondersoorten van de oranjeborstvliegenvanger. Hier door John Gerrard Keulemans als twee aparte soorten afgebeeld.

Uitspraak

• Geluid:  oranjeborstvliegenvanger    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• oran·je·borst·vlie·gen·van·ger

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  oranje bn,   borst  en  vliegenvanger zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	oranjeborstvliegenvanger	oranjeborstvliegenvangers
verkleinwoord	oranjeborstvliegenvangertje	oranjeborstvliegenvangertjes

Zelfstandig naamwoord

de oranjeborstvliegenvanger m

1. (zangvogels) Ficedula dumetoria  een zangvogel uit de familie van vliegenvangers (Muscicapidae). Het is een gevoelige vogelsoort uit de ondergroei van tropische bergbossen. De soort werd in 1864 door Alfred Russel Wallace beschreven

Hyperoniemen

• vliegenvangers, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'oranjeborstvliegenvanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.