opwarmingscijfer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·war·mings·cij·fer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opwarmingscijfer | opwarmingscijfers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het opwarmingscijfer o
- getal dat aangeeft hoeveel iets warmer is geworden dan voorheen
- ▸ Wetenschappelijk levert dit een breinbreker op. Volgens de definitie die de meeste klimaatwetenschappers gebruiken, zouden we pas rond 2040 weten of we in 2030 de limiet hebben gebroken. Dat komt omdat we over een langere periode moeten terugkijken om een gemiddeld opwarmingscijfer te krijgen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'opwarmingscijfer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Michael Le Page“Hoe weten we eigenlijk wanneer we de 1,5 graden opwarming zijn gepasseerd?” (6 december 2023), NewScientist