oppergod
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·per·god
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oppergod | oppergoden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de oppergod m
- godheid die in polytheïstische godsdiensten het pantheon overheerst.
- De oude Egyptenaren waren ervan overtuigd dat oppergod Amon hier woonde. Om die reden bouwden ze diverse piramides rondom Djebel Barkal. Die staan bekend als de Nubische piramides. Later kwam dit gebied in handen van de Koesjieten. Zij gebruikten de piramides als begraafplaats voor hun koningen.[2]
- Het eiland staat tevens bekend vanuit de Griekse mythologie. Zeus, de grote oppergod, was vergeten om de zonnegod Helios een eiland aan te bieden en daarom steeg Rhodos op uit de zee als cadeau aan Helios.[3]
- Elke ochtend zie je Hindoes lopen met canang sari, de dagelijkse offers voor de oppergod van het Indonesische Hindoeïsme. Zo zie je goed de verbondenheid van de spirituele wereld met de natuur.[4]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord oppergod staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oppergod" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 08 feb. 2016
- ↑ de Telegraaf 27 jan. 2016
- ↑ de Telegraaf 10 sep. 2015
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be