operatieassistent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

operatieassistent links op de foto
Uitspraak
Woordafbreking
  • ope·ra·tie·as·sis·tent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord operatieassistent operatieassistenten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de operatieassistentm

  1. (beroep) (medisch) iemand die de chirurg helpt bij het uitvoeren van een operatie
    • Na een operatie in februari 2009 bleef bij de vrouw een wondgaasje in de buikholte achter. Een operatieassistent had R. erop gewezen dat er een gaasje ontbrak, maar de chirurg ondernam geen enkele actie, zei de officier van justitie voor de rechtbank in Assen. [1] 
    • Anouk Bakker is de eerste student hbo-verpleegkunde die binnen ziekenhuis ZGT is afgestudeerd als operatieassistent. Het ziekenhuis is sinds kort landelijk geaccrediteerd om de opleiding tot operatieassistent en anesthesiemedewerker te mogen verzorgen. [2] 
    • Twee vluchtelingen uit Syrië beginnen komende herfst aan een opleiding tot operatieassistent in het Radboudumc in Nijmegen. De twee hebben een verblijfsstatus en een medische achtergrond. Ze zijn na een selectietraject van een half jaar gekozen uit 27 kandidaten. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen