onweerswolk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

onweerswolk
Uitspraak
Woordafbreking
  • on·weers·wolk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onweerswolk onweerswolken
verkleinwoord onweerswolkje onweerswolkjes

Zelfstandig naamwoord

de onweerswolkv / m

  1. (meteorologie) donkere wolk waaruit een onweersbui kan ontstaan
  2. (figuurlijk) iets dat op uitbarsten staat
     Kennelijk kwam de verschrikkelijke onweerswolk, waarnaar hij met hart en ziel had verlangd en die hem tegelijk onwillekeurig angst aanjoeg -, kennelijk kwam die wolk naderbij.[2]
     Een bliksemschicht ontstaat door ontlading van negatieve deeltjes in een onweerswolk via een kilometerslang kanaal van de wolk naar de aarde.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 26 januari 2022 Weblink bron “Waarom slaat de bliksem vaker op dezelfde plek in?” (18-04-2019), NOS