ontneemt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·neemt

Werkwoord

vervoeging van
ontnemen

ontneemt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontnemen
    • Jij ontneemt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontnemen
    • Hij ontneemt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontnemen
    • Ontneemt! 
     Mijn stem ontneemt anderen dus ook wel eens de gelegenheid om zelf hun mening te laten horen.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia