ondoorgrondelijk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·door·gron·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ondoorgrondelijk ondoorgrondelijker ondoorgrondelijkst
verbogen ondoorgrondelijke ondoorgrondelijkere ondoorgrondelijkste
partitief ondoorgrondelijks ondoorgrondelijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

ondoorgrondelijk

  1. niet door een mens te begrijpen
     De wegen van de Heer zijn ondoorgrondelijk.[1]
     Ze wierp me een ondoorgrondelijke blik toe en legde haar opvallend kleine handen op haar brede heupen.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691
  2. Danielle Teller (vert. Marja Borg)
    “Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers op Wikipedia, ISBN 9789026346477