omsnoeren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: omsnoeren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɔmsnurə(n) / (3 lettergrepen)
- Geluid: omsnoeren (hulp, bestand)
- IPA: / ɔmˈsnurə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- om·snoe·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van om bw en snoeren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omsnoeren |
snoerde om |
omgesnoerd |
zwak -d | volledig |
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omsnoeren |
omsnoerde |
omsnoerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
ómsnoeren [1]
- iets, iemand of zichzelf omspannen met een koord of iets wat daarop lijkt
- Het is belangrijk dat wij alle balken van het vlot stevig omsnoeren.
- De riem werd werd strak omgesnoerd.
omsnóeren [2]
- omspannen worden met een koord of iets wat daarop lijkt
- Het touw wordt gebruikt om het middel te omsnoeren.
- "Het is een blok", geeft bewoonster Charlotte van Zadelhoff (41) toe. "Maar het functioneert. Ik vind het mooi. Van buiten zo'n zwart fort en als je binnenkomt zie je al dat wit." Ze wijst op de balustrades, witte ringen in de lucht die de binnenplaats omsnoeren. "Driehonderd mensen wonen hier heel tevreden. Het is toch belachelijk zo'n gebouw te slopen?" Hoogstens mag de tuin verbeterd worden, vinden de bewoners. [3]
Synoniemen
- [2] omstrengelen
Gangbaarheid
- Het woord omsnoeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omsnoeren" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC R. Moerland 28 december 2000 Einde in zicht voor Haagse Madonna
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 87 %
- Prevalentie Vlaanderen 91 %