omreisende

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·rei·sen·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van om en reise met het achtervoegsel -ende met verval van één 'e'; reisende is het tegenwoordig deelwoord van reise.

Bijvoeglijk naamwoord

omreisende

  1. rondreizend
    «En bokbuss er en buss som er fylt med bøker og som fungerer som et omreisende bibliotek.»
    Een mobiele bibliotheek is een bus vol met boeken en werkt als een rondreizende bibliotheek.
Verbuiging
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud omreisende mer omreisende mest omreisende
o enkelvoud omreisende
meervoud omreisende
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
omreisende mer omreisende mest omreisende