observatiehut
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ob·ser·va·tie·hut
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van observatie zn en hut zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | observatiehut | observatiehutten |
verkleinwoord | observatiehutje | observatiehutjes |
Zelfstandig naamwoord
- klein huisje van waaruit men (onopvallend) waarnemingen kan doen
- ▸ Het is een wankel evenwicht waarop Landschap Overijssel balanceert aan het Lonnekermeer. Sinds vrijdag beschikt de landschapbeheerder over een nieuw pion in het subtiele spel: een observatiehut. ‘Als je alles afsluit, raak je de toekomst kwijt.’[1]
- ▸ Bij observatiehut De Elsberg lieten zich veel herten zien. Het observatiepunt is al sinds augustus gesloten omdat het er eerder zo druk was dat bezoekers er geen anderhalve meter afstand konden houden. Toch kwamen er tijdens de bronst mensen heen en zijn daar bekeuringen uitgedeeld.[2]
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'observatiehut' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Discovery Channel aan Lonnekermeer” (6 juni 0014), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Tientallen wandelaars beboet voor verstoren bronstige herten” (28 okt. 2020), De Telegraaf