nieuwsgaarder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nieuws·gaar·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nieuwsgaarder nieuwsgaarders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de nieuwsgaarderm

  1. (beroep) een beroepsbeoefenaar die nieuwsfeiten verzamelt over recente gebeurtenissen van algemeen belang, die deze feiten onderzoekt of analyseert en daarover publiceert in een actueel (nieuws)medium
    • Townsend bleef actief als nieuwsgaarder en schrijvend journalist, onder meer als rechterhand van de aanstormende mediagigant Rupert Murdoch. Zijn negatieven verdwenen in een kast en kwamen daar pas in de jaren negentig weer uit, toen er bij veilinghuizen nieuwe aandacht gecreëerd werd voor artefacten uit de jaren zestig. [1] 
    • „Voor verslaggevers is het in de Mexicaanse havenstad Veracruz onmogelijk geworden nog langer hun werk te doen. Ze leven in doodsangst en voelen zich door de autoriteiten en hun werkgevers in de steek gelaten. Sommigen hebben de deelstaat of het land verlaten. Anderen kozen ervoor van beroep te veranderen. Weer anderen zijn vermoord. Het schandelijke van het geval is dat zowel de federale als de regionale overheid wist wat deze professionele nieuwsgaarders te wachten stond. Meer concreet: ze wisten van het bestaan van een dodenlijst. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC Jan Vollaard 28 november 2011 'Opeens werd grauw door kleur en drugs vervangen'
  2. NRC 18 juni 2012 brief uit Mexico
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be