nieuwjaarsmorgen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nieuw·jaars·mor·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nieuwjaarsmorgen | nieuwjaarsmorgens |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de nieuwjaarsmorgen m
- (jaarwisseling) de ochtend van de eerste dag van het nieuwe jaar
- Op nieuwjaarsmorgen was de hele familie aanwezig met het nieuwjaarsontbijt.