neerplanten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: neerplanten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- neer·plan·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van neer bw en planten ww
Werkwoord
neerplanten [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
neerplanten |
plantte neer |
neergeplant |
zwak -t | volledig |
- iets of iemand vast op één plaats neerzetten
- ▸ Toen ik Acke daar neerplantte, verklaarde ik wereldwijs dat ik al die oude films al duizenden keren had gezien toen ik klein was.[2]
- ▸ Ook trekkers neerplanten op het Malieveld (zoals vorige keer ruimschoots gebeurde) is geen optie. ,,Dat kan het Malieveld nu echt niet hebben nadat het bij vorige demonstraties is kapotgereden en met het zicht op evenementen komend voorjaar’’, zegt een woordvoerder van Staatsbosbeheer.[3]
- iets in de grond vastzetten
Gangbaarheid
- Het woord neerplanten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Weblink bron “Protestboeren willen woensdag weer de weg op: verkeershinder lijkt onvermijdelijk” (17-02-2020), Tubantia