natuurgeweld
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·tuur·ge·weld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van natuur zn en geweld zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | natuurgeweld | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het natuurgeweld o
- de vernietigende kracht van de natuur met name als het het leven van mensen bedreigt
- Inmiddels zijn al meer dan 200 doden geborgen. 70.000 mensen zijn ontheemd als gevolg van het natuurgeweld. “Het dodental kan nog verder oplopen. Nu het weer wat beter wordt, krijgen we contact met door de storm afgesneden gebieden. Langzaamaan krijgen we nu een idee van de schade en het aantal vermisten daar”, aldus een regeringswoordvoerder.[1]
- Ik denk ook terug aan de ontreddering die ik zag op Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius, waar natuurgeweld het leven van tienduizenden inwoners van ons Koninkrijk letterlijk overhoop had gegooid. En aan de moedige aanzetten tot wederopbouw.[2]
Synoniemen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord natuurgeweld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.