natuurgebied

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·tuur·ge·bied
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord natuurgebied natuurgebieden
verkleinwoord natuurgebiedje natuurgebiedjes

Zelfstandig naamwoord

het natuurgebiedo

  1. een gebied met opvallende eigenschappen als het gaat om flora, fauna, geologische of landschappelijke gesteldheid, zoals dit bijvoorbeeld tot uiting komt in een grote uitgestrektheid of biodiversiteit


Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be