namen uit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·men uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitnemen |
namen uit
- meervoud verleden tijd van uitnemen
- Wij namen uit.
- Jullie namen uit.
- Zij namen uit.
- Wij namen uit.
Gangbaarheid
- Het woord namen uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.