naairiem

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • naai·riem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord naairiem naairiemen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de naairiemm

  1. (boekbinderij) een van de repen van leer of perkament in de rug van een boek, waaraan de katernen worden vastgemaakt
     De naairiem kan getordeerd zijn.[1]
  2. strook van ongeveer 5 bij 50 cm uit stevig maar buigzaam materiaal dat met een knopje aan een tafel of schoolbank wordt vastgemaakt en waaraan textiel wordt vastgespeld om het gemakkelijker met naald en draad te kunnen bewerken
      De wijze waarop een voldoend aantal banken moeten worden ingericht voor de handwerken voor meisjes — bijv. door middel van gaten waarin de pennen van op hout bevestigde naaikussens (naailatten) passen, of door middel van knoppen voor den naairiem of naaiband, als anderszins — blijft aan het schoolbestuur overgelaten. De naaibanden volgens het systeem van Mej. Theunissen verdienen echter de voorkeur boven de naailatten. Zij schijnen voor het onderwijs beter en voorkomen beschadiging der banken, aangezien voor de bevestiging slechts aan den bovenkant van het tafelblad voor elke zitplaats een koperen knopje is aan te brengen.[2]
  3. (techniek) strook leer om een drijfriem te verlengen of te repareren
      Veelal wordt een riem door middel van naairiemen gelascht.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2020 Weblink bron
    W.K. Gnirrep e.a.
    “Kneep en binding : een terminologie voor de beschrijving van de constructies van oude boekbanden” (1992), Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, ISBN 9062590969
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 april 2020 Weblink bron
    Ligtvoet, J.C.
    “Handleiding ten dienste van besturen en onderwijzers aan bijzondere lagere scholen, bijzondere kweekscholen en bijzondere normaallessen”, 3e druk (1920), Samsom, Alphen aan den Rijn, p. 146
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2020 Weblink bron Berekening van drijfwerk. in: Nederlandsch weekblad voor zuivelbereiding en veeteelt; orgaan voor veehouders, boter- en kaasfabrikanten en handelaren in zuivel, jrg. 27 nr. 36 (6 december 1921), Vereeniging "Het Rundveestamboek Noord-Holland", p. 1 kol. 2