myoom

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • my·oom
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘gezwel van spierweefsel’ voor het eerst aangetroffen in 1948 [1]
  • afgeleid van het Griekse 'mus' (muis, spier) met het achtervoegsel -oom
enkelvoud meervoud
naamwoord myoom myomen
verkleinwoord myoompje myoompjes

Zelfstandig naamwoord

het myoomo

  1. (medisch) goedaardige tumor van het spierweefsel
Verwante begrippen

Gangbaarheid

44 % van de Nederlanders;
49 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen