muurbloemmosterd
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- muur·bloem·mos·terd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van muurbloem zn en mosterd zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | muurbloemmosterd | muurbloemmosterds |
verkleinwoord | muurbloemmosterdje | muurbloemmosterdjes |
Zelfstandig naamwoord
de muurbloemmosterd m
- (bloemplanten) Coincya monensis een eenjarige, tweejarige of overblijvende plant, die behoort tot de kruisbloemenfamilie (Brassicacea). De plant wordt 20–60 cm hoog. De stengel is bovenaan kaal en onderaan bezet met stijve, afstaande haren. De behaarde, blauwgroene tot grijsgroene, tot cm lange bladeren zijn veerdelig tot geveerd met meestal 3–5 (heel soms meer) paar getande slippen, maar de bovenste bladeren zijn kleiner en soms ook ongedeeld
Hyperoniemen
- kruisbloemenfamilie, zaadplanten, malviden, rosiden, 'nieuwe' tweezaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten
Gangbaarheid
- Het woord 'muurbloemmosterd' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] muurbloemmosterd in het Nederlands Soortenregister N
- [1] muurbloemmosterd op Wikidata
- [1] muurbloemmosterd op "Wilde planten in Nederland en België" ♣