mul

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mul
Woordherkomst en -opbouw
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord mul mullen
verkleinwoord mulletje mulletjes

Zelfstandig naamwoord

[A] mul m

  1. (straalvinnigen) benaming voor vissen uit geslacht Mullus op Wikispecies uit de familie van de zeebarbelen
    1. (voeding) bepaald soort vis, Mullus surmuletus op Wikispecies
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord mul -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[B] mul o

  1. fijn zand, stof
Afgeleide begrippen

[B] mul o / v

  1. verkruimeld turf
  2. kleurstof, gemaakt door de wortel van meekrap af te schrapen
  3. (imkerij) afval van bijen
Synoniemen

[B] mul m

  1. geschikte voeding
Synoniemen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen mul muller mulst
verbogen mulle mullere mulste
partitief muls mullers -

Bijvoeglijk naamwoord

[B] mul

  1. droog, los, stoffig, zandachtig, pulverig
    • Hij kon niet fietsen op de mulle zandweg. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
[C] enkelvoud meervoud
naamwoord mul -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het mulo

  1. (textiel) dun katoenen weefsel

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[12]

Meer informatie

Verwijzingen