monitort

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·ni·tort

Werkwoord

vervoeging van
monitoren

monitort

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van monitoren
    • Jij monitort. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van monitoren
    • Hij monitort. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van monitoren
    • Monitort!