moedercel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

deling van een moedercel in twee dochtercellen
Uitspraak
Woordafbreking
  • moe·der·cel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord moedercel moedercellen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de moedercelv / m

  1. cel, die dochtercellen vormt door celdeling
    • Uit unieke cameraopnames van het Hubrecht Instituut blijkt dat niet alle darmstamcellen gelijk zijn. Al deze stamcellen delen voortdurend, maar slechts één van deze 'wint'de competitie en kan als moedercel fungeren voor het oppervlak van een minuscule darmuitstulping (villus).[2] 
    • Bij een celdeling moet de `moedercel'al het erfelijk materiaal (DNA) kopiëren, zodat beide dochtercellen ieder een compleet pakket erfelijke informatie hebben. Het kopiëren van DNA, controleren op fouten en het verdelen van de kopiën over de dochtercellen verloopt in strikt gescheiden fasen van de celcyclus.[3] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen