mispruim
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mis·pruim
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mispruim | mispruimen |
verkleinwoord | mispruimpje | mispruimpjes |
Zelfstandig naamwoord
- (scheldwoord) beroerd persoon, ellendeling, mispunt
Gangbaarheid
- Het woord 'mispruim' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.