metropoliet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: metropoliet (hulp, bestand)
Woordafbreking
- me·tro·po·liet
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘hoofd van kerkprovincie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1664 [1]
- afgeleid van metropool met het achtervoegsel -iet [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | metropoliet | metropolieten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Verwante begrippen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord metropoliet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "metropoliet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ metropoliet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).