meermaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- meer·maal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van meer ww en maal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meermaal | meermalen |
verkleinwoord | meermaaltje | meermaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
meermaal [1]
- meer dan eens
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'meermaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.