malsheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0:55 testen van de malsheid
Uitspraak
Woordafbreking
  • mals·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord malsheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de malsheidv

  1. het makkelijk te snijden of kauwen zijn van (gekookte of gebakken) voedingsmiddelen
    • Bakkers gebruiken broodverbeteraar om de malsheid van brood te verbeteren. Aan ongeveer de helft van die broodverbeteraars wordt het aminozuur L-cysteïne toegevoegd. Meestal is dat afkomstig van plantaardige producten zoals maïs, maar in andere, goedkopere, gevallen van eendenveren uit China. [2] 
    • Bij de paté was vooral smeuïgheid en wildsmaak van belang, bij de wildpeper keek de jury onder andere naar bereidingstijd en dus malsheid van het gekozen wild. Meer uitslagen op www.lekkertwente.nl [3] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen